Euthanasie bij personen met een psychiatrische aandoening of dementie
Euthanasie bij personen met een psychiatrische aandoening of dementie is - onder strikte voorwaarden - toegestaan in België, maar blijft een controversiële praktijk. We weten momenteel heel weinig over het voorkomen hiervan.
De onderzoekers van de VUB-UGent hebben analyses gedaan op de anonieme database van de Federale commissie voor controle en evaluatie van Euthanasie, om zo te kunnen beschrijven hoe vaak deze vorm van euthanasie voorkomt en wat de kenmerken zijn van deze praktijk. De database bevat de officiële cijfers van de commissie met goedgekeurde registraties van artsen.
We geven u hier enkele cijfers mee:
- Tussen 2002 en 2013 waren er 179 registraties van euthanasie bij personen met een psychiatrische aandoening of dementie;
- Deze registraties vermeldden als reden voor de euthanasie-uitvoering: stemmingsstoornissen (46%), dementie (35%), psychiatrische aandoeningen (12%) en stemmingswisselingen met een bijkomende psychiatrische stoornis (7%);
- Het aantal euthanasiegevallen bij mensen met een psychiatrische aandoening of dementie is ten opzichte van het totale aantal euthanasie-uitvoeringen gestegen van 0,5% (tussen 2002 en 2008) naar 3% in 2013;
- De uitvoering van euthanasie gebeurde meestal thuis.
Hoewel het aantal laag blijft in verhouding tot het totale aantal, gaat de toepassing van euthanasie bij personen met een psychiatrische aandoening of dementie in stijgende lijn. Deze evolutie roept enkele bezorgdheden op bij de onderzoekers:
- Een eerste bezorgdheid betreft de competenties van artsen in het omgaan met deze aanvragen. De auteurs pleiten voor een klinische richtlijn voor deze praktijkvoering die momenteel nog niet beschikbaar is in België.
- Een tweede bezorgdheid gaat uit naar de kwetsbaarheid van deze patiëntenpopulatie. In het omgaan met een doodswens van deze patiënten wordt een spanningsveld gecreëerd tussen het respecteren van de autonomie van de patiënt enerzijds, het voorkomen van zelfmoord en schadebeperking anderzijds.
- Ten derde is men bezorgd over de procedures voor de evaluatie van dit type van euthanasieaanvragen. Is er nood aan een extra comité dat een bijkomende toetsing kan uitvoeren naar de invloed van de aandoening op de euthanasievraag?
Referentie: